Algemene aanpak

Het accepteren en erkennen van het gedragsprobleem AD(H)D draagt al positief bij aan een beter welbevinden van deze leerlingen (Horeweg, 2017). Een goede klassenmanagement is belangrijk om leerlingen met AD(H)D te kunnen begeleiden. Preventieve maatregelen zijn naast de individuele maatregelen noodzakelijk. Om leerlingen met AD(H)D zo goed mogelijk te begeleiden houdt rekening met de volgende punten:

- Hanteren van regels (groepsregels en school regels, herhaal deze regelmatig)

- Visualiseren. Herinner leerlingen aan de regels door ze visueel te maken en bijvoorbeeld op een kaart te zetten.

- Investeer in een positieve relatie met de leerling. Zorg voor regelmatig contact met de leerling door zo ook andere kanten te leren kennen.

- Letten op gewenst gedrag: Leerlingen met AD(H)D groeien door positieve complimenten wanneer zij iets goed doen. Wees daar alert op.

- Opdoen van succeservaringen: Creëer situaties waarbij de AD(H)D leerling successen kan boeken.

- Duidelijke instructie: Vraag de AD(H)D leerling regelmatig of het de uitleg heeft begrepen.

- Snel feedback geven: Wanneer er niet direct feedback wordt gegeven is er voor de leerling met AD(H)D geen duidelijk verband te vinden.

- Motorische activiteiten: Wanneer een AD(H)D leerling regelmatig tussendoor mag bewegen zal het zich daarna weer beter kunnen concentreren (zie bewegend leren)

- Betrekken bij de les: Houdt de lessen boeiend, waardoor leerlingen betrokken blijven.

- Afstemmen van verwachtingen:  Stem je verwachtingen af op de leerling, zodat hij niet overvraagd wordt.

- Maak gebruik van operante technieken: Versterk gewenst gedrag, negeer ongewenst gedrag, pas milde strafprocedures in zoals een time-out.

 

Bronnen:

• Horeweg, A. (2017). Wat stuitert daar door de klas? Tielt: Lannoo.